Chaos – Prikkelpraat

ROOD, Nanna! Met kleine Lieveke in het autostoeltje op de achterbank probeer ik vanaf de Buurserstraat naar de stad te komen.  De kleine meid is bij tijden doof, heeft vaak last van zere oortjes en moet voor controle naar de KNO-arts.

Mooi uitje samen met Nanna, want de vrije dagen van mama raken zo langzamerhand op. We zouden met de bus gaan, maar hebben op het laatste moment besloten om op de terugweg langs de supermarkt te gaan om boodschappen te halen. Dom, dom, dom, want het is een CHAOS op de Zuiderval. Wie, oh wie, heeft in vredesnaam bedacht dat alle toegangswegen vanuit Zuid naar de stad tegelijkertijd op de schop moeten? Oké, het is herfstvakantie en maandagochtend half 9, geen kinderen te bekennen op straat, maar toch gaat de rest van de bevolking gewoon naar zijn of haar werk.

Dom, dom, dom, want het is een CHAOS op de Zuiderval

De rotonde Vlierstraat / Knalhutteweg zit dicht, het verkeer gaat via de rotonde Buurserstraat / Broekheurnering zowel in als uit de stad. Bovendien is de afslag Westerval afgesloten en gaat alles via de Zuiderval richting binnenstad. We hebben net de rotonde Broekheurne-ring en de stoplichten kruising Vlierstraat, met al bijna 10 minuten vertraging, achter de rug en staan nu voor de stoplichten met de snelweg. Links staat een, vriendelijk naar Lieveke zwaaiende, meneer in een geel hesje het regelkastje handmatig te bedienen. Om de doorstroming vanaf de snelweg te bevorderen krijgen ze aan die kant langer groen. Dat is mooi, voor hun, aan onze kant schiet het niet op.

Eindelijk na 4 keer rood kunnen we verder, … stapvoets, … tot aan de stoplichten bij de Mac. ‘ROOD, Nanna!’ Er komt een woord uit mijn mond waar ik me meteen al voor schaam. Gauw knipperlicht aan naar rechts, die is nog groen en daarna links de Kuipersdijk op. Ik ben bang dat we dit niet meer op tijd gaan redden. Sorry meneer de KNO-arts, we zijn iets later. De parkeergarage heeft gelukkig plek zat en we zijn toch nog net op tijd. ‘Het loopt iets uit, de dokter stond in de file’ zegt de secretaresse. ‘Wij ook’, zeg het kleine ding, ‘en Nanna zei heel hard CHIPS’. We hebben geen arts nodig. Ik stel ter plekke vast dat haar doofheid nog wel mee valt.

Nanna